Als er één voetballer is geweest met een gigantische invloed op de wereldgeschiedenis en -politiek dan is het Zvonimir Boban. Hij werd geboren in Imotski, Kroatië op 8 oktober 1968. Imotski is een klein plaatsje, gelegen op een rots aan een meer. Ja, het is zo mooi als je denkt. De Kroaat brak in de jeugd door bij Dinamo Zagreb, waar hij vanaf zijn achttiende aanvoerder was.
Joegoslavië
De geschiedenis van Kroatië én de Balkan is complex en dat is nog een understatement. De Balkan is tot de 20e eeuw constant onder invloed van grote rijken geweest: Romeinen, Byzantijnen, Ottomanen en Habsburgers. Hierdoor is de regio een lappendeken van religies, culturen en volkeren. Na de Eerste Wereldoorlog werd Joegoslavië opgericht, toen nog als ‘Koninkrijk der Serven’. De staat bestond onder andere uit Kroaten, Serviërs, Bosniakken, Slovenen en Macedoniërs.
Tijdens de Tweede Wereldoorlog viel de multinationale staat uit elkaar door de bezetting van Duitsland en Italië. Kroatië neemt een ietwat dubieuze rol aan en wordt een fascistische marionettenstaat onder de Ustaša. De Ustaša was een fascistische beweging, vergelijkbaar met de NSB en verantwoordelijk voor de vervolging van Serviërs, Joden en Roma. Er breekt een burgeroorlog uit en in 1945 bevrijden de Partizanen het land, onder leiding van Josip Broz Tito. Joegoslavië werd een communistische federale staat onder leiding van Tito.
Tito was geliefd en werd door velen gezien als een symbool van eenheid. Maar, die eenheid was fragiel. De staten kijken continu met een schuin oog naar elkaar en koesteren onderling wrok die teruggaat naar de Tweede Wereldoorlog. Tito is het cement dat de rommel bij elkaar moet houden. Als hij sterft stort de schijneenheid in. Nationalistische onderstromen worden steeds dominanter. Kroaten voelen zich uitgebuit door de Serviërs, die zich op hun beurt weer bedreigd voelen door het groeiende nationalisme in de omliggende landen.
De wedstrijd
Dat brengt ons ook terug bij het voetbal. De burgeroorlog-in-de-maak komt nergens anders meer tot uiting dan de voetbalstadions. Aan de Kroatische zijde staan de Bad Blue Boys, de ultras van Dinamo Zagreb. Hun Servische evenknie is de Delije van Rode Ster Belgrado.


Op 13 mei 1990 stond de wedstrijd tussen Dinamo Zagreb en Rode Ster Belgrado op het programma en de politieke pan stond op het punt om over te koken. De Delije begint vanaf de eerste minuut het stadion te slopen en de fans van Zagreb aan te vallen.
Rellen breken uit in het Maksimir-stadion en het veld wordt bestormd. De aanwezige politie, loyaal aan de Joegoslavische autoriteiten, richt zich voornamelijk op de Kroaten. Boban spot op het veld een politieagent die een Kroaat tegenhoudt die de Rode Ster aanhang wil aanvallen. De middenvelder rende erop af en gaf de agent een highkick met zijn knie in het gezicht.
Nasleep
Na de trap van Boban werd er nog een uur doorgevochten en het stadion werd in de fik gestoken. Er vallen tientallen gewonden, onder andere door schotwonden, maar er sterft gelukkig niemand. Ongeveer een jaar later verklaren Kroatië en Slovenië zichzelf onafhankelijk en daarmee begint de Joegoslavië Oorlog. De trap van Boban wordt door veel Kroaten gezien als het symbolische begin van het verzet tegen Servië.
De agent die getrapt werd, Refik Ahmetović, blijkt later een Bosniak te zijn. Bosniakken zijn een etnische groep die vandaag de dag grotendeels in Bosnië & Herzegovina wonen, maar -zeker toentertijd- verspreid zijn over de hele Balkan. De Bosniakken zijn in tegenstelling tot de rest van Joegoslavië overwegend Islamistisch en worden tijdens de oorlog uitgeroeid door het Servische regime, zoals bijvoorbeeld in Srebrenica. Ahmetović vergeeft Boban jaren later openlijk voor zijn trap.
De Delije stond onder leiding van Željko Ražnatović, alias “Arkan”. De Servische nationalist wordt op dat moment gezocht voor verschillende overvallen en moorden. Arkan wordt tijdens de oorlog de leider van de “Serb Volunteer Guard”, een paramilitaire groep waar een groot deel van de Delije lid van wordt. De groepering pleegt tijdens de oorlog een aantal gruwelijke misdaden tegen de mensheid.
Boban wordt geschorst door de FSJ (de Joegoslavische voetbalbond) waardoor hij het WK van 1990 moet missen. Boban vertrekt naar AC Milan, waar hij onder leiding van Capello, als box-to-box middenvelder, maar liefst vier scudetto’s en een Champions League wint. Met Kroatië eindigde Boban derde op het EK van 1996 door Nederland te verslaan met 2-1.
Boban laat zien dat voetbal en politiek onafscheidelijk zijn, zelfs wanneer de FIFA en UEFA beweren dat het niet zo is. Zijn trap laat zien dat sport een spiegel kan zijn van het politieke klimaat en de maatschappij in zijn geheel. De Balkanoorlog heeft diepe littekens achtergelaten, ook voor ons Nederlanders, maar Boban zal altijd een icoon van het Kroatisch verzet blijven en ons eraan herinneren dat er meer is dan voetbal.
Heerlijk verhaal weer tartaine